De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Nederlanders van oudsher zeer vrijgevig zijn en heel goed zelf kunnen beslissen of, en zo ja, aan welk liefdadigheidsdoel zij hun geld doneren;
verzoekt de regering om, geen cent meer uit te geven aan ontwikkelingshulp,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Weerdenburg