Voorgesteld 29 november 2017
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in een volledig circulaire economie er geen ruimte is voor persistente stoffen, omdat deze zich ophopen in het milieu en niet, of zeer slecht, afbreekbaar zijn;
overwegende dat in het Rijksbrede programma Circulaire Economie gestreefd wordt om in 2050 volledig circulair te zijn in Nederland;
overwegende dat Nederland momenteel samen met Duitsland werkt aan een uitbreiding van de «Zeer Zorgwekkende Stoffen»-criteria, maar daarvoor nog steun dient te worden verworven in Europees verband;
verzoekt de regering, in overleg met de Nederlandse industrie daarnaast afspraken te maken over de uitfasering van het gebruik van persistente stoffen en deze afspraken onderdeel te laten zijn van de transitieagenda's,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kröger