Ontvangen 10 oktober 2018
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel III wordt na «vastgesteld» een zinsnede ingevoegd, luidende: , waarbij de krachtens deze wet gestelde regels houdende een verbod op het voorhanden hebben van asbest of een asbesthoudend product toegepast als dakbedekking niet eerder in werking treden dan op 1 januari 2026.
Het voorliggende wetsvoorstel is in eerste instantie bedoeld als grondslag voor het vaststellen van een verbod op de aanwezigheid van asbestdaken per 1 januari 2024. De indiener constateert dat invoering van een dergelijk verbod met deze termijn in de praktijk grote gevolgen kan hebben. Saneringscapaciteit is schaars. Er moet nog zeker 80 miljoen m2 aan asbesthoudende daken worden gesaneerd, terwijl in het jaar 2017 11 miljoen m2 gesaneerd is en deze snelheid verre van voldoende is om de asbestdaken voor 2024 te saneren. Het aantal asbestsaneerders daalt, vanwege uitstroom naar de bouwsector en zware opleidings- en certificeringseisen. Verder is het nog wachten op een landelijke dekking van voldoende, financiële arrangementen en op belangrijke aanpassingen in het stelsel die versnelling mogelijk maken. De indiener is van mening dat invoering van een verbod als deze haalbaar en betaalbaar moet zijn. Dit amendement regelt daarom dat het verbod op asbestdaken niet eerder van kracht wordt dan 1 januari 2026.
Stoffer