Voorgesteld 3 november 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het huidige onderwijssysteem – waarbij onder meer het bijzonder religieus onderwijs gesubsidieerd wordt door de Staat – bijna 100 jaar geleden is ontworpen;
constaterende dat het karakter van Nederland door de voortschrijdende secularisering sinds die tijd echter fundamenteel is veranderd;
constaterende dat die verandering ervoor gezorgd heeft dat de zuilensamenleving van weleer niet langer bestaat gezien het feit dat 70% van de bevolking niet meer behoort tot een kerkelijke gezindte en uitgesproken atheïsten inmiddels een grotere groep vormen dan theïsten;
constaterende dat het huidige systeem echter wel ruimte biedt voor de ontwikkeling van een nieuwe, islamitische zuil;
overwegende dat door de verdere secularisering van de samenleving als geheel deze zuil ook niet naast andere zuilen zal komen te staan maar helemaal op zichzelf;
overwegende dat dit een fundament vormt voor een ongewenste parallelle samenleving;
overwegende dat religieuze vorming daarnaast überhaupt geen taak is van de Staat;
verzoekt de regering, toe te werken naar de beëindiging van de subsidiering van het bijzonder religieus onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Klaveren