Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 28 november 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er met de regio afspraken zijn gemaakt om te komen tot een programmatische aanpak voor de bereikbaarheid van Rotterdam-Den Haag;
overwegende dat hiervoor 200 miljoen euro is vrijgemaakt uit de verlenging van het infrafonds bedoeld ter verbetering van de wegeninfrastructuur in het gebied;
overwegende dat vanuit de regio prioriteiten zijn aangegeven, waaronder een programma doorstroming hoofdwegen-onderliggend wegennet, de oeververbinding Rotterdam en de N59;
overwegende dat de gemeente Rotterdam plannen heeft om nieuwe oeververbindingen over de Maas te realiseren, maar dat deze plannen tot op heden onvoldoende voldragen zijn;
verzoekt de regering, deze wensen van de regio, inclusief oeververbinding en N59, te beoordelen op de bijdrage aan de verbetering van de doorstroming tussen het regionale en landelijke wegennet, en met de regio afspraken te maken hoe bij een positieve beoordeling deze projecten een plaats kunnen krijgen in het gebiedsprogramma Rotterdam-Den Haag,
en gaat over tot de orde van de dag.
Hoogland
Visser