Voorgesteld 7 februari 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het huidige antidopingbeleid voornamelijk gericht lijkt te zijn op dopinggebruikers;
constaterende dat het aanpakken van «het systeem» en de personen achter het dopinggebruik zoals de dopinghandelaren en de artsen en managers die aanzetten tot gebruik van verboden middelen of deze toedienen, nu slechts zeer beperkt plaatsvindt;
overwegende dat het faciliteren van of aanzetten tot dopinggebruik de gezondheid van anderen in gevaar brengt met als gevolg dat ook een strafrechtelijke aanpak aangewezen is;
constaterende dat niet alle doping onder de huidige wetten valt en dat heldere strafrechtelijke normen om dopinggerelateerde criminaliteit aan te pakken nu ontbreken;
verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze diverse wetten, zoals de Geneesmiddelenwet, de Warenwet, de Opiumwet en/of het Wetboek van Strafrecht zodanig aangescherpt zouden moeten worden zodat dopinggerelateerde criminaliteit rondom de sporter effectiever kan worden aangepakt door handhavings- en opsporingsinstanties;
verzoekt de regering, er voorts op toe te zien dat de samenwerking tussen de betrokken handhavings- en opsporingsinstanties verbetert en de aanpak van dopinggerelateerde criminaliteit bij de diverse instanties voldoende aandacht krijgt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Nispen
Rudmer Heerema
Diertens
Bruins Slot