Ontvangen 19 december 2018
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 1 wordt na de begripsbepaling van «Richtlijn hernieuwbare energie» een begripsbepaling ingevoegd, luidende:
bruto binnenlands verbruik, uitgezonderd verbruik voor niet- energetische doeleinden;
II
Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Het primaire energiegebruik ligt in 2030 op een niveau dat 40% lager ligt dan in 1990.
Dit amendement regelt dat per 2030 het energieverbruik met 40% is verminderd ten opzichte van 1990. Dit nevendoel dient om de wereldwijde temperatuurstijging tot maximaal anderhalve graad te beperken1.
Energiebesparing is een effectieve maatregel om CO₂-uitstoot blijvend omlaag te brengen. Energiebesparing vormt de basis van de energietransitie Immers, zonder drastische energiebesparing is de kans groot dat Nederland afhankelijk blijft van vuile energie; het energiegebruik is simpelweg te hoog om alleen via duurzame bronnen in te voorzien. Nederland is nog sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen; slechts een fractie van de energie wordt duurzaam opgewekt. Wachten met de transitie is niet alleen schadelijk voor het klimaat, maar ook een bedreiging voor de Nederlandse financiële stabiliteit.2 3 Het stellen van duidelijke en hoge ambities op het gebied van duurzame energie en energiebesparing zijn naar mening van de indieners noodzakelijk om te zorgen dat Nederland versneld de omslag naar een koolstofarme economie gaat maken. Dit geeft overheden, burgers en bedrijven houvast als investeerders en medeontwikkelaars van beleid voor duurzame energie en energiebesparing.
Van Raan Ouwehand Wassenberg Teunissen Akerboom