Ontvangen 26 november 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 3 Sociale vooruitgang worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 2.000 (x € 1.000).
II
In artikel 3 Sociale vooruitgang worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 2.000 (x € 1.000).
Dit amendement beoogt via een toekenning van EUR 2 miljoen aan UNICEF de inzet voor sociale bescherming van de meest kwetsbare kinderen, inclusief kinderen die getroffen zijn door HIV/Aids te versterken.
Sociale bescherming speelt een belangrijke rol in het terugdringen van armoede en zorgt voor een verbetering van de kwaliteit van leven van kwetsbare kinderen. In de recente Kamerbrief «Inclusieve ontwikkeling» streeft de Minister naar inclusieve groei en ontwikkeling. De huidige sociale beschermingsprogramma’s van UNICEF in Zimbabwe, Mozambique, Malawi en Zambia worden hierbij specifiek genoemd. De verwachting is dat de komende jaren deze sociale beschermingsprogramma’s, net als in voorgaande jaren, zullen leiden tot aanzienlijke verbeteringen op onder meer de fysieke en mentale ontwikkeling van kinderen, het aantal schoolverlaters, het aantal tienerzwangerschappen, en het aantal kinderen bij wie HIV voorkomt.
De indieners zijn van mening dat het noodzakelijk blijft structureel te investeren in het ondersteunen van programma’s voor sociale bescherming van de meest kwetsbare kinderen, inclusief kinderen die getroffen zijn door HIV/Aids. Indieners stellen daarom een bijdrage voor van EUR 2 mln aan UNICEF voor opvang, ondersteuning en sociale bescherming van de meest kwetsbare kinderen, inclusief kinderen die getroffen zijn door HIV/Aids (art. 3.1 SRGR en hiv/aids). Dit past bij de uitvoering van de motie Voordewind/Maij/Van der Staaij (33 625, nr. 15).
Dekking wordt gevonden in het niet-juridisch verplichte budget binnen beleidsartikel 3 (Sociale vooruitgang).
Voordewind Van Laar Smaling Van Veldhoven Klaver Dijkgraaf