Voorgesteld 1 december 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat het aantal sportblessures is toegenomen en dat de maatschappelijke kosten hiervan jaarlijks 1,5 miljard bedragen;
constaterende, dat de regering enkel inzet op het voorkomen van sportblessures en er onvoldoende aandacht is voor secundaire en tertiaire vormen van sportblessurepreventie, terwijl juist voorlichting en het delen van kennis over het behandelen van blessures en het voorkomen van terugkerende blessures gezondheidsschade op lange termijn kan beperken en maatschappelijke kosten kan verlagen;
constaterende, dat door onvoldoende financiering vanwege bezuinigingsmaatregelen op het gebied van secundaire en tertiaire preventie de opgebouwde expertise en adequate kennisoverdracht van de sportgeneeskunde belemmerd wordt;
verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat Sportzorg Nederland zijn werk op het terrein van informatieverstrekking en adequate sportmedische kennisoverdracht kan blijven voortzetten, en gaat over tot de orde van de dag.
Van Nispen