Voorgesteld 15 oktober 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat gedragingen van bestuurders van internationale organisaties die niets te maken hebben met hun internationale vertegenwoordiging, maar wel schending van nationale regels opleveren, niet onder de diplomatieke immuniteit zouden mogen vallen;
constaterende dat de regering in april 2014 een plan van aanpak heeft gepresenteerd met maatregelen om scherper op te treden tegen personen met een diplomatieke immuniteit die de Nederlandse wet hebben overtreden,
constaterende dat die maatregelen zich alleen richten op verkeersboetes en strafrechtelijke delicten en niet op schendingen van werknemersrechten zoals door de rechter geconstateerd bij de Europese Octrooi Organisatie;
verzoekt de regering, binnen de grenzen van de verdragen al het mogelijke te doen om de Europese Octrooi Organisatie te houden aan internationale wet- en regelgeving,
en gaat over tot de orde van de dag.
Gesthuizen
Kerstens