Ontvangen 1 oktober 2015
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 12 Nominaal en onvoorzien worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 200.000 (x € 1.000).
Dit amendement verhoogt het budget voor Defensie met € 200 miljoen. Het kabinet heeft meermalen aangeduid dat vrijwel alle veiligheidsanalyses uitwijzen dat zowel de ambitie als het voortzettingsvermogen van de Nederlandse krijgsmacht serieus naar boven moeten worden bijgesteld en dat dit dwingt tot een structureel hoger defensiebudget. Ook de Kamer heeft zich expliciet uitgesproken voor deze positieve trendbreuk ten aanzien van het defensiebudget middels de motie-van der Staaij c.s. (Kamerstuk 34 000, nr. 23). In dit licht beoogt dit amendement 200 miljoen euro extra toe te voegen aan het defensiebudget voor 2016.
Deze extra middelen moeten benut worden voor verbetering van de inzetbaarheid (mede met het oog op internationale missies), de versterking van de basisgereedheid, het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht, maar ook voor noodzakelijke investeringen en inlichtingencapaciteit.
Hoewel het amendement vanzelfsprekend primair ziet op het budget voor 2016, veronderstellen de indieners een structurele ophoging van het defensiebudget.
Dekking wordt gevonden door een verhoging van de kansspelbelasting (100 miljoen) en het voegen van de rentekorting voor bankmedewerkers onder de Wkr (50 miljoen). Hier worden aparte amendementen voor ingediend. Voor het overige wordt de regering verzocht de gereserveerde prijsbijstelling voor het jaar 2016 met 50 miljoen te verlagen, maar bij de uitkering ervan wel de Ministeries van Defensie, Veiligheid & Justitie en Infrastructuur & Milieu te ontzien.
Knops Dijkgraaf