Ontvangen 1 februari 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel J een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ja
In artikel 10 wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
2a. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het instellen, aanduiden en handhaven van een rookverbod op de terreinen behorende tot een gebouw of inrichting, die in gebruik zijn bij een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra, of een instelling als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen de verschillende scholen en instellingen.
II
Artikel VI wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. In afwijking van het eerste lid, treedt artikel I, onderdeel Ja, in werking op 1 januari 2020.
Veel jongeren beginnen met roken op het schoolterrein. Met een rookvrij schoolterrein wordt een norm neergezet dat roken niet normaal is. Een steeds groter percentage scholen is rookvrij, maar de 100% is nog niet in zicht. De indiener van dit amendement meent dat wetgeving nodig is als stok achter de deur. Op 1 januari 2020 zal dit artikel in werking treden, tot die tijd hebben scholen zelf de tijd om een rookvrij schoolterrein te bewerkstelligen.
Dik-Faber