Voorgesteld tijdens een Wetgevingsoverleg van 10 juni 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het onacceptabel is dat duizenden leerlingen thuiszitten en niet het onderwijs volgen waar zij recht op hebben;
constaterende dat de onderwijsinspectie in het Onderwijsverslag 2013/2014 stelt dat de nieuw gevormde regionale samenwerkingsverbanden veel kunnen betekenen bij de aanpak van het hoge aantal thuiszitters;
stelt vast dat thuiszittende leerlingen steeds beter in beeld zijn bij deze samenwerkingsverbanden, maar dat dit nog niet altijd onmiddellijk tot een passend aanbod leidt;
verzoekt de regering om, in overleg te gaan met de samenwerkingsverbanden en gemeenten en ervoor te zorgen dat de samenwerkingsverbanden alle kinderen die thuiszitten in beeld hebben en trachten ervoor te zorgen dat ze weer onderwijs kunnen genieten;
verzoekt de regering tevens om, snel in kaart te brengen op welke wijze de samenwerkingsverbanden op effectieve wijze een dekkend aanbod van voorzieningen kunnen leveren om thuiszittende leerlingen naar school te laten gaan of onderwijs op maat te bieden en hierbij te stimuleren dat er in de regio een persoon of instantie ingesteld wordt met doorzettingsmacht voor een oplossing wanneer deze uitblijft,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ypma
Rog
Van Meenen