Voorgesteld 23 september 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de nu met de mobiliteitsbonus gepaard gaande financiële middelen, nadat de in de wet genoemde periode van vijf jaar voorbij is (dus per 1 januari 2021), volgens het kabinet «kunnen worden ingezet voor andere arbeidsmarktinstrumenten in de belasting- en premiesfeer»;
overwegende dat vanaf dat moment aanwending van die middelen specifiek voor de doelgroep «banenafspraak» of (mocht dat op dat moment ingevoerd zijn) «quotum» meer voor de hand ligt;
verzoekt de regering, de bovenbedoelde financiële middelen vanaf genoemde datum specifiek aan te wenden voor de doelgroep «banenafspraak» dan wel «quotum» (mocht dat op dat moment of enig moment daarna worden ingevoerd) alsmede dat te doen in de vorm van een bonus, korting of enig ander financieel instrument ten behoeve van de werkgever die met gebruikmaking daarvan iemand uit de doelgroep in dienst neemt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kerstens
Nijkerken-de Haan