Voorgesteld 21 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een rijinstructeur zelf zijn bijscholingsprogramma samen mag stellen uit facultatieve onderdelen;
constaterende dat de instellingen die bijscholing geven aan rijinstructeurs niet worden gecertificeerd;
overwegende dat een verplichte bijscholing op onderdelen de verkeersveiligheid kan bevorderen, zoals bijvoorbeeld wetgeving, nieuwe technologieën en nieuwe verkeersborden en -tekens;
overwegende dat een certificaat een kwalitatieve uitspraak doet over de vakbekwaamheid van de onderwijsinstelling;
verzoekt de regering om, samen met de sector tot verplichte onderdelen van de theoretische bijscholing te komen, en deze theoretische bijscholing te laten geven door instellingen die door het IBKI zijn aangemerkt als gecertificeerd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Aalst
Von Martels
Laçin
Sienot