Voorgesteld 21 februari 2017
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het wetsvoorstel gesloten coffeeshopketen een overgangsregeling kent waarbij coffeeshops, zolang het aanbod van gedoogde telers niet afdoende is, ook bij niet-gedoogde telers mogen inkopen;
overwegende dat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport moet zorgen voor voldoende gedoogbesluiten waardoor er voor coffeeshops een volledig dekkend aanbod van wiet en hasjiesj ontstaat;
van mening dat het onwenselijk is dat er langer dan strikt noodzakelijk naast een gedoogd aanbod een niet-gedoogd aanbod in stand blijft;
van mening dat de mogelijkheden die het wetsvoorstel aan burgemeesters biedt om coffeeshophouders te stimuleren dat coffeeshophouders zo snel mogelijk overstappen op enkel de inkoop van gedoogde wiet en hasjiesj optimaal moeten worden benut;
verzoekt de regering al het nodige te doen om na het inwerkingtreden van het wetsvoorstel te bewerkstelligen dat binnen twee jaar een volledig aanbod van gedoogde wiet en hasjiesj voor gedoogde coffeeshops beschikbaar is en daartoe:
– zo snel mogelijk de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 6e van de gewijzigde Opiumwet tot stand te brengen, alsmede beleidsregels waarin de Minister van VWS zijn beleid met betrekking tot het verlenen van gedoogbesluiten voor de teelt van hennep bekend maakt;
– ieder kwartaal met de burgemeesters die gedoogbesluiten voor coffeeshops hebben afgegeven informatie uit te wisselen over de hoeveelheden in die coffeeshops verkochte hennep en hasjiesj en de hoeveelheden hennep voor de teelt waarvan de Minister gedoogbesluiten heeft afgegeven;
– de burgemeesters zo nodig ook anderszins alle informatie te verschaffen die zij nodig kunnen hebben om hun handhavingsbevoegdheden te gebruiken om coffeeshophouders ertoe te bewegen om zo snel mogelijk nog slechts gedoogd geteelde hennep en hasjiesj in te kopen;
verzoekt de regering tevens, de Kamer jaarlijks te informeren over de voortgang van de overgang naar de verkoop van louter gedoogd geteelde hennep en daarbij aan te geven op welke datum naar verwachting artikel Ia van de wet in werking zal treden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Volp
Van Nispen