Ontvangen 27 mei 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 30, tweede lid, als volgt gewijzigd:
1. Na onderdeel b wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
ba. de bescherming van de persoonsgegevens van de reiziger.
2. In onderdeel c wordt «onderdelen a en b» vervangen door: onderdelen a, b en ba.
In het voorgestelde artikel 30, tweede lid, van de Wet personenvervoer 2000 wordt geregeld dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur in het belang van de toegankelijkheid, gebruiksvriendelijkheid en interoperabiliteit van het openbaar vervoer regels kunnen worden gesteld over concessieoverstijgende onderwerpen. Deze regels kunnen betrekking hebben op de uitgifte, de kwaliteit en de functionaliteit van vervoerbewijzen, de tarieven en vervoervoorwaarden en de informatievoorziening en klachtprocedures met betrekking tot deze onderwerpen.
Met dit amendement wordt aan deze opsomming de bescherming van de persoonsgegevens, en daarmee de privacy, van de reiziger toegevoegd. Momenteel is er een landelijke bewaartermijn voor reisgegevens omdat de belastingdienst moet kunnen controleren of declaraties terecht zijn en omdat de reiziger gebruik moet kunnen maken van geld-terug-bij-vertraging. Als een reiziger deze twee functies niet wil gebruiken heeft de reiziger momenteel geen mogelijkheid om zijn persoonlijke reishistorie eerder te wissen. Met dit amendement wordt het mogelijk om rond de privacy van reizigers nadere regels te stellen. Hiermee wordt het mogelijk vervoerders te verplichten aan reizigers de mogelijkheid te bieden om de eigen reishistorie te wissen.
Dik-Faber