Ontvangen 26 februari 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I komt te luiden:
Artikel 14 van de rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt onderdeel b, onder vernummering van de onderdelen c en d tot de onderdelen b en c.
2. Onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot vierde tot en met zevende lid wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
3. Onze Minister trekt het Nederlanderschap in van de persoon die onherroepelijk is veroordeeld wegens een misdrijf als bedoeld in de artikelen 83, 83b, 134a of 205 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht.
3. In het vierde lid (nieuw) wordt «het tweede lid» vervangen door: het tweede of derde lid.
Dit amendement regelt dat de Minister het Nederlanderschap moet intrekken van personen die onherroepelijk veroordeeld zijn wegens een misdrijf als bedoeld in de artikelen 83, 83b, 134a en 205 van het Wetboek van Strafrecht.
Op dit moment kan de Minister het Nederlanderschap intrekken, maar is het niet verplicht. De indiener wil met dit amendement de rijkswet op het Nederlanderschap aanscherpen, zodat de Minister altijd de nationaliteit moet intrekken bij terroristische misdrijven, handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van misdrijven met een terroristisch oogmerk, overige handelingen met terroristisch oogmerk en ronselen.
Van Klaveren