Ontvangen 6 november 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel F een onderdeel ingevoegd, luidende:
Fa
In artikel 2.13 wordt «30%» vervangen door: 30%, met dien verstande dat de belasting 47,5% bedraagt op het gedeelte van dit inkomen dat € 40.000 te boven gaat dan wel, ingeval de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen, bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, van de belastingplichtige en zijn partner meer bedraagt dan € 1.000.000 en onder toepassing van artikel 2.17 voor een deel bij zijn partner in aanmerking wordt genomen, € 20.000 te boven gaat.
II
In artikel I wordt na onderdeel L een onderdeel ingevoegd, luidende:
La
In artikel 5.5 wordt «€ 21.139» vervangen door: € 26.639.
Dit amendement voert een miljonairsbelasting in. Voor huishoudens met een grondslag sparen en beleggen van meer dan € 1 miljoen wordt de belasting verhoogd met 0,7% (uitgedrukt in een percentage van de grondslag sparen en beleggen).
Met de opbrengst van de miljonairsbelasting worden kleine spaarders en zelfstandigen zonder personeel ontzien voor de oneerlijk ervaren fictieve rendementsberekening in box 3. In box 3 wordt namelijk uitgegaan van een fictief rendement van 4% terwijl een spaarrekening iets meer dan 1% rente uitkeert. Dit wordt gedaan door het heffingsvrije vermogen met € 5.500 te verhogen van € 21.139 (2014) naar € 26.639. Laatstgenoemd bedrag wordt ingevolge artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 per 1 januari 2015 nog geïndexeerd.
Niet alleen spaarders hebben door dit amendement een voordeel omdat zij een grotere heffingsvrije ruimte hebben, maar ook mensen die toeslagen ontvangen en een klein vermogen hebben doordat er ook een doorwerking is naar toeslagen. Dit amendement is budgettair neutraal.
Bashir