Voorgesteld 13 november 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering zich buigt over de uitvoering van de motie Van der Staaij c.s. (34 000, nr. 23);
overwegende dat de analyses uit de toekomststudie Verkenningen uit 2010 in veel opzichten nog bruikbaar en actueel zijn voor de gedachtevorming over het ambitieniveau, samenstelling en toerusting van de krijgsmacht;
overwegende dat de sinds 2010 verslechterde veiligheidssituatie en zorgelijke geopolitieke ontwikkelingen het belang van de in de Verkenningen omschreven veelzijdig inzetbare krijgsmacht onderstrepen;
verzoekt de regering, bij de uitvoering van de motie-Van der Staaij c.s. de in de Verkenningen omschreven veelzijdig inzetbare krijgsmacht als uitgangspunt te hanteren en deze te actualiseren;
verzoekt de regering tevens, zo veel mogelijk af te zien van de verkoop van defensiematerieel dat benodigd is voor een veelzijdig inzetbare krijgsmacht, in ieder geval totdat de kabinetsreactie op de motie-Van der Staaij c.s. ontvangen is;
en gaat over tot de orde van de dag.
Knops
Dijkgraaf
Segers