Voorgesteld 26 november 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederlanders naar Syrië afreizen om als lid van een terroristische organisatie deel te nemen aan gewapende strijd en bij terugkeer een bedreiging vormen voor de Nederlandse veiligheid;
overwegende dat dit onwenselijk is;
constaterende dat de regering uitreis met jihadistische intenties met gebruik van een Nederlandse identiteitskaart onmogelijk wil maken en daartoe een wetsvoorstel in voorbereiding heeft dat voorziet in het opleggen van een uitreisverbod;
constaterende dat andere landen ook wetten hebben dan wel maken die het maken van een jihadreis verbieden;
overwegende dat het in het belang van de veiligheid van Nederland is om elke teruggekeerde jihadreiziger aan te houden, te verhoren en te vervolgen;
overwegende dat de rechtsstaat erbij gebaat is, hiertoe in een solide juridische basis te voorzien;
verzoekt de regering, te onderzoeken of het mogelijk is om het vrijwillig verblijf op door een terroristische organisatie gecontroleerd grondgebied strafbaar te stellen, behoudens uitzonderingsmogelijkheden voor bijvoorbeeld journalisten, en deze mogelijkheid te betrekken bij het wetsvoorstel aangaande het uitreisverbod,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dijkhoff
Oskam