Ontvangen 16 oktober 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel K, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 1 komt te luiden:
1. In het eerste lid vervalt aan het slot van onderdeel c «en», wordt in onderdeel d «artikel 137, onderdeel a, b of d;» vervangen door «artikel 137, vierde lid, onderdeel a, b of d; en», en wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de opslag die nodig is voor het bij de aangroei van de pensioenverplichtingen behorende minimaal vereist eigen vermogen als bedoeld in artikel 131.
2. In onderdeel 2 wordt aan het tweede lid een zinsnede toegevoegd, luidende:, tenzij het pensioenfonds gezien de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 131 gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen.
II
Artikel II, onderdeel I, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 1 komt te luiden:
1. In het eerste lid vervalt aan het slot van onderdeel c «en», wordt in onderdeel d «artikel 132, onderdeel a, b of d;» vervangen door «artikel 132, vierde lid, onderdeel a, b of d; en», en wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de opslag die nodig is voor het bij de aangroei van de pensioenverplichtingen behorende minimaal vereist eigen vermogen als bedoeld in artikel 126.
2. In onderdeel 2 wordt aan het tweede lid een zinsnede toegevoegd:, tenzij het beroepspensioenfonds gezien de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 126 gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen.
Dit amendement regelt dat de beleidsregel die De Nederlandsche Bank onder het huidige FTK toepast, en die vereist dat de premie in een situatie van dekkingstekort van een fonds moet bijdragen aan herstel van de dekkingsgraad, in het nieuwe FTK wordt opgenomen.
Daartoe worden artikel 128 van de Pensioenwet en artikel 123 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling aangepast.
Ulenbelt