Ontvangen 9 december 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt onderdeel AV als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «aan artikel 55b van de Woningwet een lid toegevoegd, luidend:» vervangen door: artikel 55b van de Woningwet als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden, onder vervanging van «en» aan het slot van onderdeel a door een puntkomma, en onder verlettering van onderdeel b tot onderdeel d, na onderdeel a twee onderdelen ingevoegd, luidende:
b. de vervreemding van haar onroerende zaken;
c. de bepaling van de huurprijzen van haar woongelegenheden en.
2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
3. De toegelaten instelling stelt geen reglement als bedoeld in onderdeel b of c vast, dan nadat de in het belang van de huurders van haar woongelegenheden werkzame huurdersorganisaties en bewonerscommissies als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f respectievelijk g, van de Wet op het overleg huurders verhuurder, aan haar hebben medegedeeld dat zij met dat reglement instemmen.
2. De aanduiding «3.» (oud) wordt vervangen door: 4.
Huurders zijn de primaire belanghebbenden bij de toegelaten instelling. Het is dan ook wenselijk dat zij via de huurdersorganisatie een wettelijk geregeld instemmingsrecht krijgen bij belangrijke beslissingen over het huur- en harmonisatiebeleid en de verkoop van huurwoningen. Met dit amendement wordt een belangrijke aanbeveling van de parlementaire enquête woningcorporaties over de versterking van de positie van de huurder en de vergroting van de maatschappelijke legitimatie overgenomen.
Karabulut