Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 10 juni 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in de top van de gezondheidszorg te veel verdiend wordt en de top betaald wordt uit collectief opgebrachte middelen;
overwegende dat elke euro die er te veel wordt uitgekeerd aan de top niet besteed kan worden aan zorg;
constaterende dat de Wet normering topinkomens niet voldoende effectief werkt;
spreekt uit dat in de zorg salarisverhogingen boven een ministerssalaris onwenselijk zijn;
spreekt tevens uit dat het overgangsrecht versoberd dient te worden, zodat het tijdperk van de gouden handdrukken echt kan worden afgesloten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Gerven