Ontvangen 25 september 2014
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 3.2.2 wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
3a. Het CIZ wijst de verzekerde bij de aanvraag op het recht op cliëntondersteuning, bedoeld in artikel 2.2.4, eerste lid, onder a, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
II
Artikel 8.1.1, zesde lid, komt te luiden:
6. De Wlz-uitvoerder en de zorgaanbieder wijzen de verzekerde, zijn vertegenwoordiger en zijn mantelzorger voorafgaand aan de bespreking, bedoeld in het eerste en vijfde lid, op de mogelijkheid voor de verzekerde om gebruik te maken van cliëntondersteuning.
Indiener acht het van belang dat verzekerden actief worden gewezen op het recht op (onafhankelijke) cliëntondersteuning. Met dit amendement wordt dat op twee plaatsen in het onderliggende wetsvoorstel vastgelegd. Zolang nog geen indicatiebesluit door het CIZ is vastgesteld, hebben verzekerden recht op de cliëntondersteuning, bedoeld in artikel 2.2.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Op grond van dat artikel draagt het college van burgemeester en wethouders er zorg voor dat voor iedere ingezetene van hun gemeenten, cliëntondersteuning beschikbaar is. Dit amendement regelt allereerst dat het CIZ de verzekerde bij diens aanvraag wijst op die beschikbaarheid. Ten tweede wordt geregeld dat de Wlz-uitvoerder en de zorgaanbieder de verzekerde, zijn vertegenwoordiger en zijn mantelzorger wijzen op de mogelijkheid tot het verkrijgen van cliëntondersteuning, voorafgaand aan de bespreking met de zorgaanbieder als bedoeld in artikel 8.1.1, eerste en vijfde lid, van het onderliggende wetsvoorstel. Met cliëntondersteuning wordt in dezen bedoeld: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies, algemene ondersteuning en zorgbemiddeling die bijdraagt aan het tot gelding brengen van het recht op zorg in samenhang met dienstverlening op andere gebieden.
Bergkamp O. van Dijk