Ontvangen 23 september 2014
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 3.3.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid kom te luiden:
3. De Wlz-uitvoerder verleent een volledig pakket thuis, tenzij de zorg volgens de Wlz-uitvoerder niet op een verantwoorde of doelmatige wijze ten huize van de verzekerde kan worden verleend.
2. Het vierde lid, aanhef en onderdeel a, komt te luiden:
4. De Wlz-uitvoerder overlegt met de verzekerde of zijn vertegenwoordiger over de samenstelling van het modulair pakket thuis en verleent dat pakket tenzij:
a. de verzekerde of zijn vertegenwoordiger een zodanige samenstelling van het modulair pakket thuis verlangt, dat de zorg waarop de verzekerde krachtens zijn indicatiebesluit is aangewezen, volgens de Wlz-uitvoerder niet verantwoord of doelmatig zal kunnen worden verleend, of.
3. Na het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
4a. Het derde en vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de intrekking van een besluit om een volledig pakket thuis of een modulair pakket thuis te verlenen.
De indieners zijn van mening dat in de wet nadrukkelijk tot uitdrukking dient te worden gebracht dat de wens van cliënt in beginsel leidend is bij de vraag of een vpt of mpt geleverd moet worden. Een weigering van een vpt of een mpt op grond van het oordeel van de Wlz-uitvoerder dat een vpt of mpt niet verantwoord of doelmatig kan worden verleend, zal daarom alleen mogelijk zijn indien de Wlz-uitvoerder dit deugdelijk motiveert (artikel 3:46 Algemene wet bestuursrecht). De motivering is daarmee ook schriftelijk kenbaar voor de verzekerde.
Bergkamp Van ’t Wout