Ontvangen 13 juni 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Aan artikel I, onderdeel C, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
6. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
10. Een kind dat ten tijde van het afleggen van de bereidverklaring de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, maar nog niet de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, wordt de bevestiging van de optie op grond van het vierde lid slechts geweigerd indien sprake is van een ernstig vermoeden van een bedreiging van de openbare orde op grond van:
a. een misdrijf als bedoeld in artikel 77ma, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;
b. een misdrijf uit de Opiumwet waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van zes jaar of meer is gesteld;
c. een misdrijf dat naar de wettelijke omschrijving in de strafwet van een van de landen van het Koninkrijk soortgelijk is aan de misdrijven, bedoeld onder a of b.
II
Aan artikel I, onderdeel I, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. Aan een kind dat ten tijde van het afleggen van de bereidverklaring de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, maar nog niet de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, wordt naturalisatie op een van de gronden van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, met inbegrip van het tweede lid van dat artikel slechts tegengeworpen indien sprake is van een ernstig vermoeden van een bedreiging van de openbare orde op grond van:
a. een misdrijf als bedoeld in artikel 77ma, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;
b. een misdrijf uit de Opiumwet waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van zes jaar of meer is gesteld;
c. een misdrijf dat naar de wettelijke omschrijving in de strafwet van een van de landen van het Koninkrijk soortgelijk is aan de misdrijven, bedoeld onder a of b.
Dit amendement regelt dat alleen de zwaarste openbare ordeschendingen worden tegengeworpen aan kinderen tussen de twaalf en zestien jaar bij de bevestiging van de optie respectievelijk de naturalisatie.
De lijst van misdrijven is ontleend aan artikel 3.86, tiende lid, van het Nederlandse Vreemdelingenbesluit 2000, maar specifiek toegesneden op minderjarigen tussen de twaalf en zestien jaar. Het gaat om misdrijven waarvoor alleen een taakstraf kan worden opgelegd in combinatie met de maatregel betreffende het gedrag of de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen wordt opgelegd en drugsgerelateerde criminaliteit. Op grond van deze misdrijven kan ook na een lange verblijfsduur van tien jaar het verblijfsrecht worden ingetrokken.
In het geval van een concrete verdenking van een van deze misdrijven dan wel strafrechtelijke vervolging of een onherroepelijke veroordeling wordt de optiebevestiging of de naturalisatie geweigerd. Indien er geen sprake meer is van een concrete verdenking, zoals na beëindiging van de vervolging of vrijspraak is een nieuw optieverzoek of een nieuw verzoek tot naturalisatie mogelijk.
Na een eventueel onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling wordt de naturalisatie ook geweigerd. Na een rehabilitatietermijn van vier jaar kan een nieuw naturalisatieverzoek worden gedaan.
Voor de Caribische landen is voorzien in een bepaling waarmee op basis van equivalente misdrijven in de strafwetten van een van de landen van het Caribische landen de bevestiging van de optie respectievelijk de naturalisatie kan worden geweigerd.
Marcouch