Ontvangen 10 juni 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel IIA wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1 Indien het bij koninklijke boodschap van 4 december 2015 ingediende voorstel van rijkswet tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid (Kamerstukken 34 356 (R2064)) tot wet is of wordt verheven en artikel I van die Rijkswet eerder in werking treedt of is getreden dan dit artikel, wordt artikel 14 van de Rijkswet op het Nederlanderschap als volgt gewijzigd:
a. In het derde lid wordt «de persoon die de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en» vervangen door: de meerderjarige.
b. In het vierde lid wordt «een persoon die de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en» vervangen door: een meerderjarige.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 4 december 2015 ingediende voorstel van rijkswet tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid (Kamerstukken 34 356 (R2064)) tot wet is of wordt verheven en artikel I van die Rijkswet later in werking treedt of is getreden dan dit artikel, wordt die wet als volgt gewijzigd:
In artikel I, onderdeel B, wordt onderdeel 1 als volgt gewijzigd:
a. In het derde lid wordt «de persoon die de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en» vervangen door: de meerderjarige.
b. In het vierde lid wordt «een persoon die de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en» vervangen door: een meerderjarige.
Dit amendement strekt ertoe om een abuis bij de stemmingen rondom een amendement Gesthuizen c.s. (Kamerstukken II 2015/16 34 356 nr. 28) te herstellen. Hiertoe wordt in het wetsvoorstel een nieuw artikel IIB ingevoegd.
Met de voorgestelde wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in het verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid, zoals gewijzigd door aanname van het amendement Gesthuizen c.s. (Kamerstukken II 2015/16 34 356 nr. 29) kan de nationaliteit van iedereen van zestien jaar en ouder die zich vrijwillig in vreemde krijgsdienst begeeft van een staat die betrokken is bij gevechtshandelingen tegen het Koninkrijk of een bondgenootschap waar het Koninkrijk lid van is, of die zich buiten het Koninkrijk bevindt en zich heeft aangesloten bij een organisatie die is geplaatst op een lijst van organisaties die deelnemen aan een nationaal of internationaal gewapend conflict en een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid, door de Minister worden ingetrokken. Er wordt bij deze voorgestelde vergaande mogelijkheid geen onderscheid gemaakt naar meer- of minderjarigheid: de maatregel zal op grond van het gewijzigde wetsvoorstel ook tot ontneming van de Nederlandse nationaliteit van zestien- en zeventienjarigen kunnen leiden. In de memorie van toelichting bij dat wetsvoorstel wordt op pagina 9 wel gesteld dat de leeftijd van een burger wiens nationaliteit op grond van bovenstaande kan worden ontnomen kan worden meegenomen in de belangenafweging door de Minister van Veiligheid en Justitie. Dit strookt niet met het stelsel zoals we dat in onze rechtsstaat kennen ten aanzien van de bijzondere positie en bescherming van minderjarigen.
In het strafrecht kunnen kinderen jonger dan 12 jaar überhaupt niet strafrechtelijk vervolgd worden: kinderen tussen de 12 en 18 jaar vallen onder het jeugdstrafrecht, waarbij voor kinderen tussen de 16 en 18 jaar na afweging door een rechter alsnog onder het volwassenenstrafrecht berecht kunnen worden. Dat betekent dat voordat de leeftijd van 12 jaar is bereikt kinderen niet vervolgd mogen worden, zelfs al hebben zij een ernstige misdaad begaan. Sinds 2014 geldt er zelfs een adolescentenstrafrecht waarbij ook in gevallen waarin de verdachten tussen de 18 en 23 jaar zijn, het jeugdstrafrecht kan worden toegepast. Pas nadat iemand de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt mag hij/zij stemmen, autorijden en alcohol drinken. Ook op tal van andere terreinen gelden andere regels voor minderjarigen dan voor volwassenen.
Deze regels zijn anders, omdat kinderen tot 18 jaar de gevolgen van hun daden niet kunnen overzien en niet handelingsbekwaam worden geacht. Niet te begrijpen valt waarom dit principe in het geval van deze belangrijke wetswijziging met ingrijpende levenslange gevolgen losgelaten wordt. Daarom stellen indieners voor minderjarigen van deze wet uit te zonderen. Temeer omdat zij van mening zijn dat in ernstige gevallen andere wegen openstaan om te voorkomen dat deze minderjarigen een gevaar voor de Nederlandse samenleving kunnen vormen.
Gesthuizen Segers Van Tongeren Swinkels