Voorgesteld 8 juni 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de regering van mening is dat na het voldoen aan de inburgeringplicht de vreemdeling doorgaans «nog niet tot de meest volledige vorm van participatie in de samenleving» is gekomen;
van mening dat het feit dat vreemdelingen pas twee jaar later Nederlander kunnen worden hun participatie aan en verbondenheid met de Nederlandse samenleving niet als vanzelf stimuleert;
van mening dat de twee jaren voorafgaand aan de naturalisatietermijn van zeven jaar benut moeten worden ter bevordering van de verdere integratie en betere participatie in de samenleving;
van mening dat vreemdelingen die Nederlander willen worden, aan de hand van specifieke behoeften op hun eigen verzoek geholpen moeten worden een verdiepingsslag te maken om die volgende stap naar participatie in de samenleving te zetten;
verzoekt de regering, vreemdelingen met een permanente verblijfstitel die Nederlander willen worden, te helpen bij hun voorbereiding op een succesvolle participatie in onze samenleving met een aanbod aan taal en cultuur en daartoe een programma te ontwikkelen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Marcouch