Ontvangen 23 april 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 2.3.6 wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
2a. Bij het beoordelen van de kwaliteit als bedoeld in het tweede lid, onder c, weegt het college mee of de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen in redelijkheid geschikt zijn voor het doel waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt.
In de nota naar aanleiding van het nader verslag schrijft de staatssecretaris dat gewerkt wordt aan een handreiking over het persoonsgebonden budget, die helderheid zal bieden over de eisen die aan maatwerkvoorzieningen gesteld worden en de mate waarin deze toepasbaar zijn op het persoonsgebonden budget. Dat met de in het wetsvoorstel voorgestelde bepalingen niet wordt beoogd dat de eisen die aan maatwerkvoorzieningen in natura gesteld worden onverkort van toepassing verklaard worden op het persoonsgebonden budget, is dit wat de indiener betreft onvoldoende duidelijk.
Daarom wordt met de bepaling in voorliggend amendement stelliger uitgesproken dat kwaliteitseisen die aan zorg in natura worden gesteld niet één-op-één ook bij het persoonsgebonden budget opgelegd kunnen worden.
Voortman