Ontvangen 2 december 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het negende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
9a. Indien de afnemer, bedoeld in het zevende lid, beschikt over een productie-installatie voor de productie van duurzame elektriciteit, wordt op verzoek van de afnemer door de netbeheerder bij de toepassing van het achtste lid voor het verbruik genomen de in de periode van een jaar in de daluren verbruikte elektriciteit geëxtrapoleerd naar die gehele periode, uitgedrukt in kWh.
2. In het tiende lid wordt «bedoeld in het zevende, achtste en negende lid» vervangen door: bedoeld in de leden 7 tot en met 9a.
De indiener beoogt met dit amendement zelf geproduceerde duurzame elektriciteit, zoals zonnepanelen op het dak van de fabriek, op dezelfde wijze te behandelen als elektriciteit uit restwarmte. Dit voorkomt dat het opwekken van duurzame energie op het terrein van de grootverbruiker wordt ontmoedigd doordat het niet meegenomen wordt in de berekening van de volumecorrectie.
Met lid 9a wordt bewerkstelligd dat voor energie-intensieve industrie waar sprake is van een installatie voor de productie van duurzame elektriciteit (als bedoeld in artikel 1 onderdeel u Elektriciteitswet 1998) in plaats van met het aan het net onttrokken elektriciteit, ook rekening wordt gehouden met «achter de meter» opgewekte elektriciteit. Dit door in de berekening van «bedrijfstijd» niet te rekenen met aan het net onttrokken elektriciteit, maar met verbruikte elektriciteit. Het gaat dan dus om elektriciteit die niet (eerst) op het net wordt ingevoed.
Van Tongeren