Ontvangen 27 november 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 1 Duurzame Handel en Investeringen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 50.000 (x € 1.000).
II
In artikel 1 Duurzame Handel en Investeringen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 50.000 (x € 1.000).
Dit amendement beoogt het bedrag voor bijdragen aan het Nederlandse bedrijfsleven onder 1.3 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden te verhogen.
Dit kabinet zet versterkt in op investeringen. Investeringen leiden tot banen, overdracht van kennis en bevorderen de lokale bedrijvigheid. Daarmee dragen zij versneld bij aan economische groei in ontwikkelingslanden. Het bedrijfsleveninstrumentarium onder 1.3 reserveert echter slechts 23% van het budget voor het (inter)nationale bedrijfsleven. De rest gaat naar ondersteuning in ontwikkelingslanden: 7% gaat naar technische ondersteuning, 28% gaat naar het lokale bedrijfsleven. De grootste bijdrage (43%) is echter voor multilaterale organisaties, overheden in partnerlanden en ngo’s en kennisinstellingen, voor flankerend beleid in ontwikkelingslanden.
Het versterken van het ondernemersklimaat is van groot belang, maar zinloos indien het niet wordt gevolgd door daadwerkelijke investeringen. Dit amendement heeft als doel de bijdrage aan het (inter)nationale bedrijfsleven met 50 miljoen te verhogen. Daarmee komen de uitgaven voor bevordering van het bedrijfsleven hier en in ontwikkelingslanden meer met elkaar in evenwicht. Bovendien worden de activiteiten om het ondernemersklimaat te bevorderen dan ook echt opgevolgd door investeringen. Ondertussen blijft nog voldoende budgettaire ruimte over voor flankerend beleid.
Dekking voor dit amendement wordt gevonden op de bijdragen aan multilaterale organisaties, overheden in partnerlanden en ngo’s en kennisinstellingen onder 1.3.
De Caluwé