Voorgesteld 28 november 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de initiatiefnemers van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen beoogd hebben, burgers een instrument te geven om tijdig beslissen door bestuursorganen te bevorderen;
van mening dat de dwangsom een effectieve bijdrage levert aan het tijdig beslissen door bestuursorganen;
van mening dat misbruik, oneigenlijk gebruik en gebruik met als enig doel het behalen van financieel voordeel dient te worden tegengegaan;
van mening dat oneigenlijk gebruik het draagvlak voor zowel de dwangsomregeling als de openbaarheid van bestuur aantast;
van mening dat om genoemde misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan er meerdere oplossingen denkbaar zijn, waaronder:
– het beperken van de dwangsomregeling tot wetten waarbij de verzoeker aantoonbaar schade ondervindt bij het uitblijven van een tijdige beslissing;
– het uitzonderen van wetten van de dwangsomregeling;
– het verruimen van de fictieve weigering dan wel de positieve fictieve beslissing;
verzoekt de regering, concrete voorstellen te doen om misbruik van de dwangsomregeling tegen te gaan, daarbij in ieder geval bovenstaande mogelijkheden te overwegen en de Kamer daar voor 1 maart 2014 over te berichten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Fokke
Taverne