Voorgesteld 5 december 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de Europese dierproevenrichtlijn (2010/63/EU) het gebruik van bedreigde dieren, zwerfdieren en verwilderde exemplaren van huisdieren in dierproeven verboden is, waarop uitzonderingen kunnen worden gemaakt als aan een aantal voorwaarden is voldaan;
constaterende dat de voorwaarden voor een ontheffing op het verbod op het gebruik van zwerfdieren strenger zijn dan die voor een ontheffing op het gebruik van bedreigde dieren;
verzoekt de regering, zich in te zetten voor een aanscherping van de voorwaarden voor het uitvoeren van experimenten op bedreigde dieren, zodanig dat er, net als voor zwerfdieren en verwilderde exemplaren van huisdieren geldt, geen dierproeven mogen worden verricht op bedreigde dieren als er geen essentiële behoefte aan deze dierproeven bestaat op het terrein van de gezondheid en het welzijn van deze dieren of op het terrein van ernstige bedreigingen voor het milieu of de gezondheid van mens en dier,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ouwehand