Ontvangen 14 april 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, wordt artikel 18d als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bestuursrechtelijke premie verschuldigd» vervangen door: bestuursrechtelijke premie van ten minste 110% en ten hoogste 130% van de gemiddelde premie verschuldigd,.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Bij ministeriële regeling wordt bepaald hoe de gemiddelde premie, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend.
II
In artikel I, onderdeel E, wordt het derde onderdeel als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een lid» vervangen door: worden twee leden.
2. Aan het tweede lid wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: op een percentage van de gemiddelde premie.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Artikel 18d, zesde lid, is van toepassing.
Met dit amendement wordt allereerst geregeld dat bij het vaststellen van de bestuursrechtelijke premie voor mensen ten aanzien van wie een premieschuld ter hoogte van zes of meer maandpremies is ontstaan, een bandbreedte gehanteerd wordt. De vast te stellen bestuursrechtelijke premie zal minimaal 10 procent hoger liggen dan de gemiddelde nominale premie. Hiermee beoogt de indiener een prikkel te behouden voor verzekerden om uit het bestuursrechtelijk premieregime te blijven en voor wanbetalers die al in het betreffende regime zitten, om uit te stromen.
Verder regelt dit amendement dat de hoogte van de bestuursrechtelijke premie waar het wanbetalers aangaat (artikel 18d van de Zorgverzekeringswet) en waar het onverzekerden aangaat (artikel 18e van de Zorgverzekeringswet), voortaan wordt gebaseerd op de gemiddelde premie. De gemiddelde nominale premie ligt lager dan de tot op heden gehanteerde standaardpremie. Indiener is van mening dat het hanteren van de gemiddelde nominale premie een betere basis is voor de bestuursrechtelijke premie, aangezien deze direct aansluit bij de nominale premie die daadwerkelijk door verzekerden betaald wordt. Door wel een boeteregime te hanteren blijft een prikkel bestaan om de bestuursrechtelijke premie te vermijden danwel om zo snel mogelijk uit dit regime te stromen.
Arno Rutte