Ontvangen 22 april 2013
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 6 komt te luiden:
1. Indien uit de ramingen van het CPB blijkt dat het collectief aandeel in het EMU-saldo van de decentrale overheden gezamenlijk, als bedoeld in artikel 3, zesde lid, meerjarig wordt overschreden, kunnen, na bestuurlijk overleg, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur maatregelen worden gesteld ter naleving van het vastgestelde resultaat in termen van het collectief aandeel in het EMU-saldo van de decentrale overheden gezamenlijk, als bedoeld in artikel 3, zesde lid.
2. Een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Met het amendement wordt de nationale sanctie vervangen door een correctiemechanisme met als basis het huidige geldende regime neergelegd in het eerste en tweede lid van artikel 7 van de wet Fido. Bij dreigende overschrijdingen van de norm zal op basis van bestuurlijk overleg bezien worden of verbetermaatregelen mogelijk zijn ter beheersing van het EMU saldo, waardoor inzet van de vervolgstappen van het correctiemechanisme minder waarschijnlijk wordt.
Het sluitstuk van het correctiemechanisme vormen maatregelen, waaronder in de laatste instantie de mogelijkheid tot kortingen op de decentrale overheden, die worden vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur. Dit sluitstuk moet worden beschouwd als een ultimum remedium en wordt pas ingezet als bestuurlijke afspraken over herstelplannen voor verbetering van het EMU-saldo van decentrale overheden niet tot het gewenste resultaat leiden.
Koolmees Van Hijum Schouten