Voorgesteld 25 juni 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er in Nederland inmiddels ruim 7 miljoen vierkante meter aan kantoorruimte onverhuurd leeg staat en dat in recent onderzoek de verborgen leegstand in nog wel verhuurde kantoren op nog eens ruim 6 miljoen vierkante meter wordt geschat;
overwegende dat een aanzienlijk deel van deze leegstand niet meer verhuurd kan worden als kantoorruimte en als structurele leegstand moet worden aangemerkt;
constaterende dat er grote regionale en lokale verschillen zijn in de leegstandsproblematiek van kantoren, maar dat de herontwikkeling of sloop van leegstaande kantoren wordt belemmerd doordat eigenaren, zelfs als er geen enkel uitzicht meer is op verhuur, niet of onvoldoende overgegaan tot afwaardering van dit vastgoed op hun balans;
constaterende dat in het Convenant aanpak leegstaande kantoren drie gebiedssegmenten in de kantorenmarkt zijn benoemd, te weten groeigebieden, herstructureringsgebieden en krimpgebieden;
overwegende dat de Europese Centrale Bank in mei van dit jaar rapporteerde dat het Nederlandse vastgoed een overwaardering kent van meer dan 20%;
verzoekt de regering, in overleg met bevoegde instantie als DNB en AFM te bevorderen dat de regels voor waardebepaling van kantoorpanden door taxateurs en accountants zodanig worden toegepast dat daarin de reële verhuurkans en verhuurwaarde worden betrokken, gebaseerd op onder meer de afspraken uit het convenant aanpak leegstaande kantoren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Albert de Vries