Voorgesteld 10 april 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit het monitoringrapport van de commissie-Deetman blijkt dat alle adviezen van de commissie-Deetman zijn opgevolgd en dat hard gewerkt wordt om recht te doen aan de slachtoffers van seksueel misbruik in de rooms-katholieke kerk;
constaterende dat de commissie-Deetman van oordeel is dat de behandeling en afwikkeling van klachten desondanks sneller, beter en zonder millimeteren of juridiseren zou moeten plaatsvinden;
roept de Bisschoppenconferentie en de ordes en congregaties op om slachtoffers serieus te nemen en bij de afwikkeling van klachten en het erkennen van het aangedane leed hun warmte en ruimhartigheid te tonen, zodat zo mogelijk in 2013 alle klachten zijn behandeld en compensatie is uitgekeerd;
roept de Bisschoppenconferentie en de ordes en congregaties op om bij een niet-ontvankelijk verklaring van een klacht alsnog bereid te zijn het slachtoffer bij te staan, te horen en al dan niet door middel van mediation de last die het slachtoffer ervaart te verlichten;
constaterende dat er volgens de slachtofferorganisaties nog steeds een zwijgcultuur zou heersen binnen de kerkelijke organisaties waardoor de waarheid over het seksueel misbruik niet voldoende aan het licht komt en steunbewijs voor klachten soms ontbreekt;
verzoekt de Bisschoppenconferentie en de ordes en congregaties aan een eventueel bestaande zwijgcultuur een eind te maken door bekend te maken dat volledige opening van zaken vereist is;
roept zowel de slachtoffergroepen als de Bisschoppenconferentie en de ordes en congregaties over en weer op om het contact waar nodig te herstellen en verder nauw samen te werken in het belang van alle betrokkenen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Steur
Helder
Van Toorenburg
Berndsen-Jansen
Gesthuizen
Ypma
Voordewind