Voorgesteld 25 oktober 2012
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de winnaar van de recent op Curaçao gehouden verkiezingen een uitspraak heeft gedaan die erop neerkomt dat blanke, niet-Papiaments sprekende Nederlanders in lijkenzakken terecht gaan komen;
van mening dat het absurd is dat iemand die zich aan zo'n vreselijke uitspraak schuldig maakt waarschijnlijk minister-president wordt van een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden;
overwegende dat het noodzakelijk is dat namens het Koninkrijk een signaal wordt afgegeven dat bedoelde uitspraak ontoelaatbaar is;
verzoekt de regering, de (plaatsvervangend) gouverneur van het Koninkrijk op Curaçao ertoe te bewegen aangifte te doen tegen de winnaar van de recent gehouden verkiezingen op grond van bijvoorbeeld het oproepen tot geweld,
en gaat over tot de orde van de dag.
Fritsma