Voorgesteld 18 december 2012
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de Rijnlandroute de weg onder Voorschoten door zal worden geboord nadat een recente studie heeft uitgewezen dat dit technisch-economisch haalbaar is;
overwegende dat de regering voorstelt slechts 600 van de 2 500 meter van het Blankenburgtracé tussen de A20 en de Nieuwe Waterweg te onder tunnelen en dat een langere tunnel mogelijk is door te kiezen voor een boortunnel;
overwegende dat er reëel zicht is op een boortunnelvariant die past binnen het beschikbare budget;
constaterende dat de boortunnel door Rijkswaterstaat niet als een volwaardig alternatief is uitgewerkt, terwijl deze op een breder bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak in de regio kan rekenen;
verzoekt de regering, conform de voorgestelde nieuwe Code Publieksparticipatie en in de geest van de commissie-Elverding:
– een onafhankelijk expertteam opdracht te geven om oplossingen te bedenken voor de geconstateerde knelpunten en onzekerheden van de boortunnelvariant;
– dit expertteam binnen drie maanden te laten rapporteren of en onder welke condities deze variant haalbaar is binnen het gestelde financiële kader;
– op grond van deze expertbeoordeling een nader besluit aan de Kamer voor te leggen over de meest optimale uitvoering van het Blankenburgtracé,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber