Ontvangen 15 juni 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 2.11, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. het gebied van nationaal belang is vanwege natuurwaarden of landschappelijke waarden, met inachtneming van hun cultuurhistorische kenmerken.
Dit amendement regelt dat op nationaal niveau bijzondere nationale natuurgebieden aangewezen kunnen worden vanwege hun natuurwaarden of landschappelijke waarden, met inachtneming van hun cultuurhistorische kenmerken. Hiermee wil de indiener een wettelijke mogelijkheid creëren om op Rijksniveau bijzondere natuurgebieden aan te wijzen waarvoor geen specifieke bescherming is voorzien in de Vogel- en Habitatrichtlijn. Veel waardevolle natuurgebieden zijn niet geboden aan provinciegrenzen, zoals de Waddenzee, de Vechtplassen, het Markermeer, de Mookerheide, de Blauwe kamer en de Deltawateren. Nationale bescherming van deze gebieden heeft dan de voorkeur boven versnipperde aanwijzing op provinciaal niveau. De geschiedenis leert dat nationale bescherming veel beter werkt dan decentrale bescherming. Een voorbeeld hiervan is het Goois natuurreservaat. Zonder de nationale bescherming van dit natuurgebied zou dit unieke reservaat niet tot stand zijn gekomen. Indiener is van mening dat het voor de lange termijn nuttig is wettelijke mogelijkheden te creëren voor het beschermen van natuurgebieden op nationaal niveau.
Ouwehand