Voorgesteld 25 juni 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat 205 soorten, zoals het zeepaardje en de zandhommel, hun bescherming verliezen met de nieuwe wet ten opzichte van de huidige wet;
overwegende dat volgens Nederlandse soortenbeschermende organisaties, verenigd in Soortenbescherming Nederland, het overgrote deel van deze 205 soorten nog steeds op de rode lijst staan en dat, indien de criteria van de voorliggende wet worden toegepast, er ten minste nog 88 rodelijstsoorten overblijven die in hun voortbestaan bedreigd worden, dringend bescherming nodig hebben en door menselijk handelen worden bedreigd;
verzoekt de regering, de ontbrekende 205 soorten in overleg met experts uit de soortenorganisaties nog eens kritisch te bestuderen en af te zetten tegen de criteria van de nieuwe wet, en hierover aan de Kamer uiterlijk begin 2016 inhoudelijk te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Smaling