Voorgesteld 22 mei 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat DNB kandidaat-bestuursleden toetst op geschiktheid;
constaterende dat DNB bestuursleden geschikt kan bevinden met voorschrift, hetgeen betekent dat de kandidaat binnen een zekere tijd bepaalde kennis of competenties moet vergroten;
constaterende dat DNB niet toetst of deze bestuursleden ook daadwerkelijk hun kennis of competenties verbeteren, maar dat die verantwoordelijkheid wordt overgelaten aan het bestuur;
van mening dat het waarborgen van de geschiktheid van bestuurders van groot belang is;
verzoekt de regering om, DNB altijd te laten toetsen of de bestuursleden met voorschrift hun kennis en competenties ook daadwerkelijk voldoende hebben vergroot en de bevoegdheid van het bestuurslid in te trekken indien dit niet het geval is,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Weyenberg