Ontvangen 16 april 2012
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, wordt het eerste onderdeel als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt de zinsnede «c,f,h» vervangen door: f,h.
2. Na onderdeel b wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
ba. In onderdeel c vervalt de zinsnede: en die op grond van de artikelen 3 en 5 inburgeringsplichtig wordt.
II
Artikel I, onderdeel K, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder 1 wordt na «Aan het eerste lid wordt na» ingevoegd: «inburgeringsplichtige» ingevoegd «of oudkomer» en wordt na.
2. Na het eerste onderdeel wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
1a. In het tweede en derde lid wordt na «inburgeringsplichtige» telkens ingevoegd: of oudkomer.
Dit amendement maakt het mogelijk dat oudkomers aanspraak mogen maken op het sociale leenstelsel voor het volgen van een inburgeringscursus of het afleggen van het inburgeringsexamen. Deze groep wordt daartoe niet verplicht. Deze doelgroep bestaat uit reeds in Nederland rechtmatig verblijvende vreemdelingen, die niet onder de inburgeringsplicht vallen. Met dit amendement zijn de personen die binnen deze doelgroep vallen en de Nederlandse taal willen leren niet alleen aangewezen op de Wet educatie en beroepsonderwijs (Web), maar ook op de Wet inburgering. Zowel de oudkomers als de samenleving hebben er profijt van wanneer zij over de vaardigheden beschikken om te kunnen participeren in Nederland.
Dibi