Ontvangen 31 oktober 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel XII, onderdeel F, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Fa
Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De aansprakelijkheid op grond van het eerste lid geldt niet voor zover een executeur aannemelijk maakt dat het niet aan hem te wijten is dat de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld of anderszins te weinig belasting is geheven.
Ter bestrijding van de Edelweissroute worden executeurs met ingang van 1 januari 2012 verplicht om de aangifte erfbelasting in te dienen. De Edelweissroute veronderstelt namelijk dat de executeur op de hoogte is van buitenlandse vermogensbestanddelen, deze voor de erfgenamen en in de aangifte erfbelasting verzwijgt en deze vervolgens na het verstrijken van de huidige navorderingstermijn alsnog openbaart. De Nederlandse Organisatie voor Executeurs (NOVEX), de Koninklijke Notariele Beroepsorganisatie (KNB) en de Vereniging van Estate Planners in het Notariaat (EPN) hebben recentelijk in hun brieven naar de Tweede Kamer hun vrees geuit dat bona fide executeurs straks niet meer bereid zullen zijn om een benoeming tot executeur te aanvaarden. Op grond van artikel 47 van de Invorderingswet 1990 kan de executeur aansprakelijk worden gesteld voor al de door en bij het overlijden van de erflater verschuldigde erfbelasting indien de verkrijgers in gebreke zijn deze te betalen. Deze aansprakelijkheid strekt zich ook uit over verschuldigde erfbelasting over buitenlandse vermogensbestanddelen die door de erflater tijdens zijn leven en door de erfgenamen na zijn dood zijn verzwegen. De termijn om erfbelasting na te vorderen over deze bestanddelen wordt eveneens met ingang van 1 januari 2012 onbeperkt. Dit betekent dat de executeur levenslang het risico op aansprakelijkstelling loopt.
Het is van belang dat de executeurs bereid blijven hun benoeming te aanvaarden. Om de voordelen van de wettelijke regeling in afdeling 4.5.6 BW die per 1 januari 2003 is ingevoerd in de praktijk in stand te laten, wordt voorgesteld om de aansprakelijkheid van de executeur voor de verschuldigde erfbelasting enigszins te beperken. Dit betekent dat de executeur conform de gedachte achter de bestrijding van de Edelweissroute aansprakelijk blijft voor de verschuldigde erfbelasting (inclusief eventuele boete), tenzij de executeur bewijst niet bewust dan wel niet door onzorgvuldig handelen een onjuiste of onvolledige aangifte voor de erfbelasting te hebben gedaan. Indien de executeur aannemelijk maakt dat hem geen verwijt treft, is hij niet aansprakelijk voor de erfbelasting die is verschuldigd over vermogensbestanddelen die door de erfgenamen voor hem zijn verzwegen of waarvan de executeur ten tijde van het indienen van de aangifte geen kennis van heeft kunnen nemen. Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat de executeur zich zal moeten inspannen om alle informatie te verkrijgen die nodig is om de aangifte te doen. Op de executeur rust een zwaarwegende zorgplicht om de aangifte juist en volledig in te dienen zodat hij zich niet snel zal kunnen verdisculperen indien de aangifte onjuistheden of onvolledigheden bevat.
Schouten