Stemming

Amendement van het lid Schouten over het niet verder afbouwen van de heffingskortingen voor groen, sociaal-ethisch en cultureel beleggen

48,0 %
52,0 %


PvdA

GL

SP

PvdD

VVD

CDA

SGP

CU

D66

PVV


Nr. 31 AMENDEMENT VAN HET LID SCHOUTEN

Ontvangen 14 november 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Na artikel I, onderdeel G, worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:

Ga

Artikel 5.14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het vierde tot en met achtste lid tot vijfde tot en met negende lid, wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Per jaar worden voor niet meer dan een bij ministeriële regeling te bepalen bedrag nieuwe projecten aangewezen als projecten als bedoeld in het derde lid. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan daartoe voor aanvang van het kalenderjaar bij ministeriële regeling per groen fonds als bedoeld in het tweede lid een maximumbedrag aan voor projecten aan te vragen verklaringen vaststellen.

2. In het zesde lid (nieuw) wordt «in het vierde lid bedoelde» vervangen door: in het vijfde lid bedoelde.

Gb

Artikel 5.15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het vierde tot en met achtste lid tot vijfde tot en met negende lid, wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Per jaar worden voor niet meer dan een bij ministeriële regeling te bepalen bedrag nieuwe projecten aangewezen als sociaal ethische projecten als bedoeld in het derde lid. Onze Minister van Buitenlandse Zaken kan daartoe voor aanvang van het kalenderjaar bij ministeriële regeling per sociaal-ethisch fonds als bedoeld in het tweede lid een maximumbedrag aan voor projecten aan te vragen verklaringen vaststellen.

2. In het zesde lid (nieuw) wordt «in het vierde lid bedoelde» vervangen door: in het vijfde lid bedoelde.

Gc

Artikel 5.18a wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het vierde tot en met achtste lid tot vijfde tot en met negende lid, wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Per jaar worden voor niet meer dan een bij ministeriële regeling te bepalen bedrag nieuwe projecten aangewezen als cultureel project als bedoeld in het derde lid. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kan daartoe voor aanvang van het kalenderjaar bij ministeriële regeling per cultuurfonds als bedoeld in het tweede lid een maximumbedrag aan voor projecten aan te vragen verklaringen vaststellen.

2. In het zesde lid (nieuw) wordt «in het vierde lid bedoelde» vervangen door: in het vijfde lid bedoelde.

II

Artikel XXXV komt te luiden:

ARTIKEL XXXV

In het Belastingplan 2011 vervallen artikel III, onderdelen B en C, en artikel IIIbis, onderdelen D, E, F en G.

Toelichting

In dit amendement wordt geregeld dat de heffingskortingen voor groen, sociaal-ethisch en cultureel beleggen niet verder worden afgebouwd, maar worden gehandhaafd op 0,7%. Dit is het niveau dat deze heffingskortingen per 1 januari 2012 zullen bereiken als gevolg van de afbouw van deze heffingskortingen, zoals geregeld in het Belastingplan 2011. Met de beperking van de jaarlijkse «verklaringsruimte» voor nieuwe projecten wordt – mede op basis van met de sector overeengekomen aannames over onder meer de aflossingstijd – beoogd het totaal aan gefinancierde projecten gelijkmatig over de jaren af te bouwen tot een maximum ultimo 2015 van  ca. € 3,3 mrd. voor groen beleggen, € 260 mln. voor sociaal-ethisch beleggen en € 200 mln. voor cultureel beleggen. Naar huidige inzichten betekent dit een jaarlijkse ruimte van  € 400 mln. voor projecten die kwalificeren voor groen beleggen, € 85 mln. voor sociaal-ethische projecten en € 24 mln. voor culturele projecten. Deze jaarlijkse maxima zullen bij ministeriële regeling worden vastgesteld en kunnen worden bijgesteld indien het totaal aan gefinancierde projecten anders ontwikkeld dan thans wordt voorzien. Daarmee wordt het door belastingplichtigen ingelegde vermogen in deze vormen van maatschappelijk beleggen – uitgaande van de voor die vormen van maatschappelijk beleggen historisch bepaalde gemiddelde percentages van het door belastingplichtigen ingelegde vermogen dat daadwerkelijk voor financiering wordt aangewend – teruggebracht tot circa € 4,1 mrd. voor groen beleggen, € 350 mln. voor sociaal-ethisch beleggen en € 250 mln. voor cultureel beleggen in 2015. Door deze plafonds en de gelijktijdige stop van de verdere afbouw van de heffingskortingen na 1 januari 2012 voor deze vormen van maatschappelijk beleggen, zijn de budgettaire gevolgen ten opzichte van het Belastingplan 2011 per saldo nihil.

De Ministers van Infrastructuur en Milieu, van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap krijgen de bevoegdheid om de jaarlijkse ruimte voor nieuwe verklaringen voor groene, respectievelijk sociaal-ethische, respectievelijk culturele projecten te verdelen over de fondsen die op de markt actief zijn en die door de inspecteur zijn aangemerkt als groen fonds, respectievelijk sociaal-ethisch fonds, respectievelijk cultuurfonds.

Schouten


Amendement van het lid Schouten over het niet verder afbouwen van de heffingskortingen voor groen, sociaal-ethisch en cultureel beleggen

2011-11-14
Dossier: 33003
Indiener(s): Carola Schouten (CU)
Onderwerpen: belasting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33003-31.html