Voorgesteld 3 november 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat consumenten op grote schaal schade lijden als gevolg van collectieve inbreuken op het consumentenrecht c.q. overtredingen op het gebied van het mededingingsrecht, en dat deze schade veelal niet wordt vergoed;
van mening, dat er efficiënte en effectieve instrumenten moeten worden geboden om het fundamentele recht van consumenten op schadevergoeding tot een realiteit te maken;
constaterende, dat de Wet collectieve afwikkeling van massaschade weliswaar mogelijkheden biedt voor de afwikkeling van massaschade op basis van een schikking, maar dat voor belangenorganisaties een mogelijkheid om schade collectief te verhalen ontbreekt als gevolg van de expliciete uitsluiting in het BW 3:305a, lid 3, als de schadeveroorzakende partij niet bereid is tot een schikking te komen;
overwegende, dat een instrument voor collectieve schadevergoeding efficiëntievoordelen biedt voor alle betrokken partijen en dat dit de rechtspraak ontlast;
verzoekt de regering om de Kamer voor 1 februari 2012 een brief te sturen met daarin een stappenplan om te komen tot de toekenning van het recht voor representatieve belangenorganisaties om schade collectief te verhalen, door de WCAM en het BW op dit punt per 1 januari 2013 aan te passen;
en gaat over tot de orde van de dag.
Dijksma
Gesthuizen
Braakhuis
Verhoeven