Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 24 november 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat in 2012 binnen het ministerie van OCW ruim 338 mln. gaat naar internationale uitgaven;
overwegende, dat gezien de budgettaire krapte en grote ambities op het gebied van onderwijs het belangrijk is dat de middelen die er zijn effectief worden besteed;
overwegende, dat uit de begroting OCW 2012 niet duidelijk wordt aan welke beleidsdoelen de verschillende organisaties en instituten betrokken bij «het stimuleren van internationalisering» in zowel artikel 8 als artikel 6–7 een bijdrage leveren;
overwegende, dat uit de begroting OCW 2012 niet helder wordt hoe de verschillende organisaties betrokken bij «het stimuleren van internationalisering» zich tot elkaar verhouden en op basis van welke programma's deze organisaties financiering ontvangen;
constaterende, dat de Kamer daardoor nauwelijks kan sturen op de effectiviteit van de ingezette middelen;
verzoekt de regering de Kamer voor de Voorjaarsnota 2012 nader te informeren over de bijdrage van de verschillende organisaties en instituten, genoemd in de tabellen 8.1 en 8.2 van de ontwerpbegroting OCW 2012 en genoemd in de aanvullende antwoorden op Kamervraag 226 ontwerpbegroting 2012, aan de beleidsdoelen van OCW in relatie tot de hoeveelheid middelen die zij van OCW ontvangen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Lucas
Van der Ham
Jasper van Dijk
De Rouwe