Voorgesteld 22 november 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat gelijkheid tussen man en vrouw een grondbeginsel is van onze westerse cultuur;
overwegende, dat het islamitisch gebod voor vrouwen om het haar te bedekken daar diametraal tegenover staat;
constaterende, dat het dragen van een hoofddoek door islamitische vrouwen en zelfs door zeer jonge meisjes in het onderwijs hand over hand toeneemt;
overwegende, dat leraren als cultuurdrager de leidende principes van onze westerse cultuur moeten voorleven;
verzoekt de regering om het dragen van een islamitische hoofddoek door leraressen en leerlingen/studenten in het onderwijs niet toe te staan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Beertema