Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 21 november 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat het Jeugdcultuurfonds goed werk verricht en zich in de belangstelling van een groeiend aantal gemeenten kan verheugen;
constaterende, dat het fonds desondanks met opheffing wordt bedreigd;
verzoekt de regering om er in nauwe samenspraak met andere kostendragers zorg voor te dragen dat het Jeugdcultuurfonds in elk geval de komende jaren zijn activiteiten met adequate financiering kan voortzetten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Klijnsma
Jasper van Dijk